Er zijn van die dagen waarop de wereld zwaarder voelt dan nodig lijkt. Alsof je alles intenser binnenkrijgt: de blik van een voorbijganger, een subtiele sfeerwisseling in een ruimte, een woord dat nét te hard binnenkomt. En tegelijk voel je ook die andere kant in jezelf: de lichte, speelse beweging die verlangt naar dans, verwondering en ademruimte. Beide kanten zijn er. Beide waar.
De fluistering van binnen
Soms lijkt het alsof jouw binnenwereld voller is dan de buitenwereld ruimte geeft. Je voelt wat anderen nog niet kunnen benoemen. Je vangt nuances op die verloren gaan in het tempo van de dag. En ergens weet je: dit is geen last, het is een gave. Maar die gave maakt je soms ook kwetsbaar. Want wat als je voelt wat nog niet gezien mag worden? Wat als jouw waarheid botst met wat gangbaar is?
Voelen in een wereld die niet altijd meebeweegt
Gevoeligheid is een vorm van intelligentie. Een subtiele, maar vaak ongeziene manier van waarnemen. En toch... die gevoeligheid wordt niet altijd onthaald zoals je zou hopen. Sterker nog, soms word je niet erkend in wat je waarneemt, maar juist aangesproken op het feit dát je het benoemt. Alsof de helderheid waarmee jij iets voelt, ongemak oproept in het systeem waarin je je bevindt.
Zoals wanneer je in een teamoverleg benoemt dat er spanning in de groep hangt en het wordt weggewuifd omdat het “nu niet relevant” is. Of wanneer je een ethische kanttekening plaatst bij een commerciële beslissing, en je het verwijt krijgt dat je “te emotioneel” bent. Of wanneer je ziet dat een collega over haar grenzen gaat, en je merkt dat het niet bespreekbaar is omdat het bedrijf vooral inzet op prestaties en uithoudingsvermogen. En ook al zeg je niets, dan nog voel je: dit klopt niet.
Het zijn niet altijd de mensen die niet kunnen ontvangen wat jij voelt. Soms is het de cultuur waarin ze opereren. Een organisatie waar kwetsbaarheid onhandig is. Een team waarin harmonie belangrijker is dan eerlijkheid. Of een maatschappij waarin ratio boven gevoel gaat, en sensitiviteit nog vaak wordt verward met zwakte.
Zo gebeurt het vaker: jij voelt iets scherper aan, ziet iets eerder, benoemt iets wat nog in nevelen hangt. En in plaats van erkenning, volgt er verwarring, afweer of een terugtrekkende beweging. Soms zelfs de subtiele boodschap dat je ‘te gevoelig’ bent of ‘de sfeer verstoort’. Dat kan pijnlijk zijn. Je begint te twijfelen aan jezelf. Maak ik het groter dan het is? Had ik mijn mond moeten houden?
Maar wat als het niet ligt aan dat jij te veel voelt, maar aan dat de ander, of het systeem, (nog) niet in staat is het te dragen? Dan vraagt het moed om te blijven staan, zonder jezelf te forceren in een vorm die minder waar is dan je bent.
Wanneer lichtheid lijkt te verdwijnen
Voor veel mensen die diep voelen, lijkt de wereld soms zwaar. Alsof alles eerst door een diep binnenkanaal heen moet voordat het verwerkt kan worden. Dat kan ertoe leiden dat lichtheid zoekraakt. Terwijl juist die lichtheid je draagkracht geeft. Lichtheid is geen vlucht, maar een vorm van terugveren. Zoals een kind dat even huilt en dan ineens weer lacht. Of een vogel die, na een storm, gewoon opnieuw zijn vleugels spreidt.
En misschien is dát de uitnodiging: niet óf licht óf zwaar, maar de dans ertussen. Weten wanneer je mag zakken in de diepte, en wanneer je het luchtig mag maken. Wanneer je serieus neemt wat je voelt, en wanneer je jezelf uitdaagt om het even niet zo serieus te nemen. Omdat het leven ook gedragen wil worden met speelsheid, met een twinkeling in de ogen.
Kleine gebaren van lichtheid
Misschien kun je vandaag even dansen zonder reden. Of met je blote voeten door het gras lopen, gewoon omdat het mag. Misschien kun je de stilte opzoeken zonder doel, of juist een onverwacht compliment geven, zomaar omdat het jou ook lichter maakt.
Speelsheid vraagt geen groots gebaar. Het leeft in de details, in het lef om iets geks te doen, in de glimlach die je toelaat terwijl je niets oplost. In het durven laten stromen van vreugde, juist wanneer je hoofd zegt dat het daar geen tijd voor is.
De kunst van aanwezig blijven
Het vraagt oefening om te blijven staan in je gevoeligheid zonder jezelf erin te verliezen. Om te blijven voelen zonder dat je alles moet dragen. Om zacht te blijven wanneer de wereld hard aanvoelt. En soms ook om je terug te trekken, niet uit angst, maar uit zelfzorg.
Want voelen hoeft geen offer te zijn. Het mag een kunstvorm worden. Een dans. Waarin jij de choreografie bepaalt. Waarin jij afstemt op jouw ritme, jouw ruimte, jouw waarheid.
De uitnodiging om jouw eigen dans te volgen
En misschien is dát de essentie van deze dans: niet verdwijnen in wat je voelt, maar er steeds weer in thuiskomen. Met zachtheid. Met spel. Met licht.
Dus als je weer merkt dat je voelt wat anderen nog niet zien, als je even struikelt over de intensiteit van je binnenwereld. Weet dan: je bent niet te veel. Je bent afgestemd. En het leven, hoe wild of stil het ook beweegt, nodigt je telkens opnieuw uit tot jouw eigen dans. Niet perfect. Wel echt. Niet altijd begrepen, maar des te meer van waarde. En ergens tussen de stilte en de sprankel, tussen het voelen en het loslaten, vind je misschien precies dat: de kunst van licht leven.
